Neerlandia/Nederlands van Nu. Jaargang 114
(2010)– [tijdschrift] Neerlandia–
[pagina 42]
| |||||||||||||||||||
In de kijkerNederlands in Australië![]() In vier van de zeven Australische staten kun je Nederlands als eindexamenvak kiezen. Voor kinderen, zelfs vanaf de peuterleeftijd, zijn er speciale scholen. Zo bestaat in Sydney De Kangoeroe, een school die zich richt op kinderen van Nederlandse en Belgische komaf. In Melbourne kunnen jongeren naar de VSL, de Victoria School of Languages, die cursussen in tientallen verschillende talen biedt. De Vlaamse An Sneyers is er docent Nederlands. ‘Wij geven les op zaterdagochtend van negen tot ongeveer half één. Juist dan zijn er zoveel andere activiteiten voor scholieren, met name sport. Maar het allermoeilijkste is toch de diversiteit aan leerlingen in één klas, in de leeftijd van 6 tot 18, en het ontbreken van geschikt lesmateriaal.’ Waarom kiezen middelbare scholieren voor een ‘raar’ vak als Nederlands? Sneyers: ‘Het geldt als vrij gemakkelijk, zeker als je thuis je ouders Nederlands hebt horen spreken. Veel kinderen kiezen ook voor Nederlands uit interesse voor hun roots en omdat ze zo in contact kunnen blijven met hun Nederlandse familie. Zoals de meeste Australiërs dromen ze ervan om ooit het Europese continent rond te trekken, en dan komt taal- en cultuurkennis goed van pas.’ En de afstand? ‘Long distance learning - afstandsonderwijs - is hier heel normaal. We maken daar bij het vak Nederlands gebruik van, maar het moet nog verder ontwikkeld worden.’ Naast kinderen met Nederlandse wortels zijn er ook volwassen Australiërs die Nederlands willen leren. ‘Ik wil Nederlands spreken met mijn schoonzoon en kleinkinderen’, aldus Annet, een grootmoeder van pas zestig. Ze formuleert weloverwogen. Haar dochter is getrouwd met een Nederlander en woont inmiddels in ‘Holland’. Chris, een vrouw van middelbare leeftijd, heeft een Nederlandse man. Ze gaat geregeld naar ‘Europa’ om de schoonfamilie te bezoeken. ‘Ik herinner de eerste dag in Nederland. In de morgen ga ik tot de bakker brood te kopen. Ik praat Nederlands in de winkel! O, ik ben trots - een goede beurt.’
Uit: Jan Erik Grezel, ‘Dutch down under’. In: Onze Taal, jg. 79 (2010), nr. 1, pp. 16-17. | |||||||||||||||||||
Labeling van Belgisch- en Nederlands-Nederlands![]() Er moet [in de volgende Grote Van Dale] een werkwijze komen om de variatie te onderzoeken en beschrijven. Idealiter moet die vervolgens op de bijna 280.000 trefwoorden en miljoenen betekenissen in de Grote Van Dale en andere Van Dale-woordenboeken toegepast worden. Voor de variatiekwesties op Taaladvies.net doet het Taaladviesoverlegcomité van de Nederlandse Taalunie in de eerste plaats een frequentieonderzoek. Nagegaan wordt welke varianten in welk deel van het taalgebied voorkomen. De huidige labeling van Belgische woorden in de Grote Van Dale is ook op frequentie gebaseerd.
Uniek voor Taaladvies.net is dat die frequentiegegevens aangevuld worden met de taalintuïtie van een panel bestaande uit Nederlandse en Vlaamse professionele taalgebruikers. Woorden en uitdrukkingen worden in een tekst verwerkt, waar de panelleden op kunnen reageren. Ze kunnen aangeven dat ze een woord niet kennen of niet helemaal begrijpen, of alleen maar uit de context kunnen afleiden wat het betekent. Zo krijgen de taaladviseurs een goed beeld van de variatie in het taalgebied: typisch Vlaamse woorden zullen de Nederlanders opvallen en typische Nederlandse woorden de Vlamingen. Opvallend is dat de enquêteresultaten de frequentiegegevens geregeld tegenspreken. Zo noemt de Grote Van Dale omwille van in de betekenis ‘wegens’ algemeen Belgisch-Nederlands, terwijl Taaladvies.net schrijft dat het onduidelijk is of dat gebruik van omwille van tot de standaardtaal in België gerekend kan worden, omdat een niet te verwaarlozen groep van Vlaamse standaardtaalsprekers het afkeurt. Die methode werkt prima voor het onderzoeken van een beperkt aantal kwesties; voor Taaladvies.net gaat het om enkele honderden. Voor een woordenboek als de Grote Van Dale, die niet voor niets ook de Dikke Van Dale wordt genoemd, is het enquêteren van een panel door de omvang van het werk uitgesloten.
Uit: Ruud Hendrickx, ‘Een Vlaamsere Van Dale’. In: Over taal, jg. 48 (2009), nr. 4, pp. 101-103. | |||||||||||||||||||
[pagina 43]
| |||||||||||||||||||
Joke van Leeuwen in Brussel![]() Op het atheneum zaten medeleerlingen die op resolute wijze de Vlaamse zaak wilden ondersteunen, door te verklaren dat ze in Brussel geen woord Frans zouden spreken. Zoiets was destijds moeilijker dan nu. Een zekere arrogante onwil om Nederlands te spreken was in heel wat winkels aanwezig. Soms was het ook geen onwil, maar onkunde. Zo herinner ik me verkoopsters in een kledingwarenhuis die hardop het Nederlandse woord japon lazen en zich afvroegen wat daar nou Japans aan was. Ook wij raakten wel eens verstrikt in dergelijke misverstanden. Onze moeder ging hartje winter naar een winkel om een maillot te kopen en verbaasde zich erover dat de verkoopster zo lang wegbleef. Die kwam uiteindelijk aanzetten met een maillot de bain. En mijn broer riep door de intercom van de tweetalige protestantse faculteit met ééntalige conciërge dat ze een dispuut hadden, een gebruikelijke term voor een studentendebat. Maar het enige wat de conciërge antwoordde was: ‘C'est grave.’ Het Frans overheerste de stad meer dan nu. Ik herinner me de vele affiches van de partij Front des Francophones, die op mij agressief overkwamen. En voor de openbare Nederlandstalige bibliotheek op het Muntplein er was, bezocht ik eens met school een Nederlandstalige bibliotheek waar tot mijn verbazing minder boeken stonden dan bij ons thuis. Intussen kleurden Vlaams-Nederlandse woorden onze woordenschat en werden er liefdevol in opgenomen. We keken er niet meer van op en begonnen ons op onze beurt te verbazen over Nederlandse gewoonten. Was het eerst nog vreemd dat je als kind tussen de middag bij een vriendin thuis tafelbier kreeg, later begreep je op jouw beurt de grappen over Nederlanders die hun gast vroegen: Wat wilt u drinken?, terwijl de keus alleen tussen melk en karnemelk bleek te zijn. En we hoorden bevreemd de ‘Hollanders’ aan die in Brussel op hun allerberoerdste Frans aan Vlamingen de weg vroegen, zich niet zelden in hun gastland als veroveraars gedroegen of, als ze in Brussel woonden, hun straatnaam in het Frans op hun visitekaartje vermeldden omdat dat chiquer zou staan.
Uit: Joke van Leeuwen, ‘Wennen aan Brussel - Een Nederlands kind in de Belgische hoofdstad’. In: Ons Erfdeel, jg. 52 (2009), nr. 4, pp. 4-11. | |||||||||||||||||||
PublicatiesDe onderstaande congres- en themanummers kunt u bestellen bij Frans Debrabandere, Keizer Karelstraat 83, B-8000 Brugge (+32 50 31 73 66, [email protected])
| |||||||||||||||||||
Oplossing PuzzelDe oplossing van de Westerscheldepuzzel in Neerlandia/Nederlands van Nu 2010/4-5 luidt: Hedwigepolder. Het Grote Rivierenboek van Luc Devoldere werd gewonnen door de heer J.H. Mommaerts uit Den Haag. |
|